Een mooi stukje over zeewier van VU-hoogleraar Jaap Seidell over Zeewier in het Parool
Geen dier maar wier?
Vorige week betoogde ik dat we in plaats van met uitsterven bedreigde vissen ook vissenvoer kunnen eten. Vissen eten vooral algen. Het woord algen behoeft wat toelichting. Het is een naam voor allerlei planten zonder wortels die we in het water vinden. Algen variëren van eencellige blauwalgen (die eigenlijk bacteriën zijn) tot complexe planten. Meercellige, meestal vastzittende, soorten worden wieren genoemd. Sommige wieren, zoals kelp, kunnen wel 70 meter lang worden.
Nu landbouw steeds lastiger wordt door het schaarser worden van vruchtbare grond en de zeeën in snel tempo worden leeggevist, wordt steeds vaker gewezen op de mogelijkheid van ‘zeebouw’ als duurzaam alternatief. Zeewier is zo’n zeebouwproduct en nog een nieuweling in onze voeding. Ik kan me herinneren hoe ik een kwart eeuw geleden in Osaka wat onwennig zat te prikken in een kommetje hijiki (zwart zeewier) en een donkergroene glibberige wiersalade (wakame) met stokjes naar binnen probeerde te werken.
Zeewieren als kelp zijn rijk aan jodium; als je geen of weinig brood eet een goede alternatieve bron. Kelp wordt al sinds de middeleeuwen ingezet tegen krop (vergrote schildklier door jodiumgebrek). Maar pas op: je kunt ook te veel jodium binnenkrijgen. Een onsje kelp bevat ruim tien keer de maximaal toegestane dagelijkse inname van 600 microgram.
Er zijn veel aanwijzingen dat het consumeren van algen en zeewier gunstig kan zijn bij het voorkomen of behandelen van obesitas, type 2 diabetes en hart- en vaatziekten. Onderzoek daarnaar is nogal fragmentarisch. Er zijn zoveel manieren om algen te consumeren. En er zijn veel manieren om de effecten op gezondheidsaspecten te onderzoeken. Nog niet veel meer dan veelbelovend, zou ik concluderen op basis van het nu beschikbare bewijs.
Zeewier is op steeds meer plaatsen te koop. Ik zag in mijn supermarkt zeewiersalade, zeewiertagliatelle en tapenade op basis van zeewier. Af en toe zeewier op je bord is een goed idee.
Bron: Het Parool